Changmai deel 1: Schuifdeuren, 3de klas reizen en Silk Underwear

24 mei 2015 - Chiang Mai, Thailand

Eén van de zaken die opvalt na 4 maanden in Thailand is dat men anders tegen de liefde aankijkt. Mijn indruk is dat het meerendeel hier nog het ouderwetse, meer romantische ideaalbeeld koestert. Meisjes wachten geduldig op hun prins op het witte paard, clips gaan allen over knappe koppeltjes die de monogame droom leven, de mannen luisteren tot vermoeiens toe naar love-songs ("I can be your hero baby!") en dezelfde heren proberen je duidelijk te maken dat ze op zoek zijn naar een lief moedertje voor hun toekomstige kinderen.

Vroeger was deze opvatting ook in het westen nog wijdverbreid en zocht men een partner om snel een gezond stel kinderen ter wereld mee ter wereld brengen. De situatie was er ook naar en de verre toekomst, ach daar dacht men nog even niet aan. Er was genoeg werk en er waren nog niet genoeg mensen. Nu is het omgedraaid: Er is niet genoeg werk en er zijn te veel mensen.

Het gaat er vandaag de dag anders aan toe in Nederland. Men tindert en neukt – modern als we zijn - een beetje in het rond en als er toevallig iemand tussen zit die net wat leukere eigenschappen in de aanbieding heeft dan de rest, dan begin je daar een relatie mee en zie je wel waar het schip strandt. De liefde is geworden zoals elke andere markt: je zoekt een product en wanneer het niet meer voldoet doe je het weg en zoek je iets nieuws of beters. De jeugd is dan ook druk aan het shoppen: Jongens lopen de één na de andere winkel in en uit en vele meisjes zijn goedlopende supermarkten met moderne eenvoudig te openen schuifdeuren. Van het die type die hoge bezoekerscapaciteiten aankunnen.

Zelf liep ik, voordat ik de trein van Bangkok naar Changmai zou pakken om m’n neefje te ontmoeten, ook nog even een schuifdeur in. Namelijk die van het zoveelste 7-Eleven filiaal. Dit om nog wat snacks voor de ruim viertien uur durende reis te halen.

Iedereen die graag het echte Thailand wilt zien of gewoon voor een paar euro het land door wilt, raad ik aan een derde klas ticket te kopen. In dat geval zit je tussen locals die hun halve huisraad meenemen en in de meest onmogelijke posities, op keiharde bankjes, in slaap kunnen vallen. Om de extreme hitte enigzins dragelijk te maken staan de ramen wagenwijd open waardoor de coupe tijdens het rijden in een windtunnel veranderd. Pas echt heet wordt het weer als de trein voor de zoveelste keer stopt bij wat een betekenisloos huizencluster lijkt. Niet alleen wordt het onmiddelijk heet maar door het stilstaan met de ramen open vorm je al gauw het lijdend voorwerp in een door wachtende muggen geïnitiëerde groepsverkrachting. Je kan nog zoveel DEET opsmeren. Niks houd ze tegen. Deze beesten staan al dagen droog en als hitsige groepjes jongens in Chersonissos zijn ze bereid in alles te prikken wat los en vast zit.

Kindjes die graag door het gangpad van de cabine rennen mogen hier wel uitkijken. Het eind van de trein is namelijk gewoon open en ze kunnen afhankelijk van de remweg zomaar (mits er geen roker in de weg staat) een dodelijke val op het spoor maken. In- en uitstappen gaat ook niet zonder gevaar aangezien men bij gebrek aan een perron vaak gewoon over het spoor moet lopen. Dit is überhaupt door het hele land een probleem. Minder valide worden in Thailand is geen optie. Nergens zijn hellingbaantjes of doorlopende stoepen zonder gaten en scheuren erin. Een rolstoelgebruiker kan het hier wel schudden en ik heb er in al die tijd dan ook nog geen één gezien.

Het treinstation van Changmai uitlopende wordt je niet geheel onverwachts overvallen door een horde aan TukTuk-chauffeurs. Deze kan ik nu in wat basis Thais te woord staan waardoor ze gelukkig gauw weghobbelen. Een blik op de kaart vertelde me namelijk dat het stadje op loopafstand ligt. De horde backpackers die de trein uitstapte was een andere mening toebedoeld want men stapte massaal in de TukTuk’s. Blijkbaar hebben ze die gloednieuwe, dure, comfortabele en energonomisch zittende backpacks gekocht om als koffer te gebruiken...

Al snel kreeg ik de indruk dat Changmai niet het charmante stadje tussen de bergen is zoals dat in reisgidsjes wordt aangeprezen. De dikke stadsmuur die nog grotendeels overend staat heeft nog wel een vieze brede gracht aan de buitenzijde maar helaas geen mooie parkstrook zoals de Utrechtse Singel. Iets wat de stad een hoop meer verblijfskwaliteit zou kunnen geven. In plaats daarvan is het er links en rechts volgekwakt met lelijke bankgebouwjtjes, McDonalds en BurgerKing filialen, westers uitziende bars, hoerenstraatjes en nog wat andere commerciëele rommel. De ruimte die over is wordt opgevuld met kraampjes en scooters.

Desondanks liggen verspreid binnen de muur en daarbuiten mooie tempels die soms vervallen en soms goed onderhouden zijn. Soms voorzien van een mooie, goed onderhoude tuin en soms desolaat met een kapot wegdek en aggressieve zwerfhonden. Dit heeft één van de twee Amerikaanse dames waarmee ik langs deze tempels fietste aan den lijve ondervonden toen een hondsdol exemplaar de achtervolging op haar inzette. De tempels zijn voorzien van de meest indrukwekkende schilderingen. Hoogtepunt lag voor mij echter op bouwkundig gebied. Namelijk een volledig uit teakhout opgetrokken exemplaar waarbij de metershoge, bijna tot de nok reikende en door droge houtverbindingen verbonden kolommen worden gevormd door massieve boomstammen.

Voor degenen die van kleding shoppen houden is, voorzover ik er verstand van heb, Changmai the ‘place to be’. Elk kledingstuk is anders en lijkt handgemaakt door het moedertje die het stalletje runt waar het gekocht wordt. De Thaise dames zijn hier dan ook druk mee en lopen er allemaal netjes, fris, schoon, uniek en kleurrijk bij. Dit maakt het straatbeeld een stuk aangenamer en compenseert voor mij enigzins al het bouwkundige geblunder waar ik hier elke dag tegenaan moet kijken. In Nederland is de situatie omgekeerd: Er is veel mooie en nette architectuur terwijl de dames er meestal suf en inspiratieloos bijlopen in dezelfde H&M en Vero Moda kleding (sorry!). Je zou verwachten dat de backpackende vrouwtjes hier lering uittrekken. Maar helaas, ze kopen massaal dezelfde wijde broek met olifantenprint.

Voor de heren die deze kant opkomen heb ik ook nog wel een tip: los zittend, lichtgewicht, lokaal vervaardigd en vochtregulerend Silk Underwear! Als iets vervelend is, is het namelijk wel zo‘n met zweet doortrokken katoenen onderbroek. Je kan nog zo’n stoere Björn Borg aanhebben. Dat vormt in deze hitte en vochtigheid nou eenmaal een broeinest voor bacteriën, stagneert de noodzakelijke luchtverversing en geeft zodoende een ongaangenaam plakkerig en onhygiënisch gevoel. Graag gedaan!

Foto’s

3 Reacties

  1. Marjan:
    24 mei 2015
    Leuk verhaal BOAZ leest lekker weg
  2. Joris:
    25 mei 2015
    Jij met je silken onderbroeken!
  3. Joris:
    25 mei 2015
    Jij met je silken onderbroeken!