Halong Bay: de Boatman, Keuzemakers en Goede vrienden

6 augustus 2015 - Halong Bay, Vietnam

Het was eindelijk zover: Halong Bay! Althans, eerst gingen we naar Cat Ba eiland om vanuit daar een boot-tour te regelen. Op dit eiland ligt het gelijknamige stadje. Hoge betonnen bouwwerken met eindeloos veel kamers en eindeloos veel aan de gevels opgehangen airco kasten strijden hier schouder aan schouder om een plekje aan de boulevard. Daartussen? Lelijke loze ruimtes vol afval, schroot, puin.

Het stadje ligt aan zee maar beschikt niet over een strandje. Daarvoor moet je een paar honderd meter verderop zijn. De westerlingen lopen dit stukje, terwijl de Vietnamezen zich door elektronisch aangedreven pendelbusjes laten brengen. Bij aankomst op het eiland was het weer niet al te best en dat leek alleen maar erger te worden. De wind was niet te stoppen en nam alles mee in haar razernij. Loszitten geveldelen, golfplaten, bloempotten en weggegooide noedels vlogen je om de oren. Onze tour werd twee dagen achter elkaar gecanceld waardoor we ons moesten vermaken met wifi, een spel kaarten en de lokale kroeg met pooltafel. Even leek de situatie uitzichtloos en begon het erop te lijken dat we zaten opgesloten op een eiland dat elk uur steeds meer als een soort Alcatraz begon aan te voelen.

Totdat op de dag van ons vertrek het opklaarde en we dus toch de mogelijkheid kregen om ‘s ochtends door de baai te cruisen. Zodoende vertrokken we ‘s ochtends vroeg op de scooter naar de pier waar we voor een prikkie op de boot van een enthousiaste vent - die gebaarde dat we bij hem konden komen - plaatsnemen. Hij zou ons wel even rondvaren. Boot is bij nader inzien geen juiste omschrijving. Het was meer een vlot van twee bij twee met een motor. Na net de haven uit vertrokken te zijn kwamen we er achter dat de beste man geen woord Engels sprak en blijkbaar in het drijvende dorp in de baai woonde. Het dorp was één grote rommelige samenklontering van drijvende houten hutten waar vissers met hun gezinnen in leefde. Het hele tafereel deed denken aan de film ‘Waterworld’. Een film met Kevin Costner die een soort toekomstpiraat speelt en het hele verhaal lang zit opgescheept met een vervelend kind op z’n boot.

Nadat onze boatman eerst een lading drinkwater en een grote zak vol pleepapier had afgeleverd bij z’n drijfwoning waar z’n vrouw en kinderen net wakker waren geworden, waren we klaar om de beroemde groen begroeide rotsen te gaan bekijken. Ons gezelschap van lokale piraat/visser en drie verwende drollen uit Houten op een vlot bood weinig weerstand tegen de hoge golven die ons moeiteloos op en neer deden deinen. Even was ik bang dat ik m’n half verteerde broodje ei van die ochtend noodgedwongen aan de draak die volgens de legendes onder de oppervlakte van dit water leeft, zou gaan voeren. Het gewicht van ons vlot stelde weinig voor dus het was simpelweg hopen dat die storm niet ineens besloot terug te keren en ons met geweld door de lucht zou gooien. In dat geval zou ons gezelschap waarschijnlijk geeindigd zijn als vieze grote zonnebrand- en bloedspetter op één van die prachtige groene rotsen.

Godzijdank werd het water rustig en kwamen we heelhuids aan bij een drijfwoning waar een vrouwtje kano’s aangemeerd had liggen waar wij ons een uurtje op mochten uitleven. Toen we in het huisje zaten kwam er een vent aanlopen die de vloerplanken optilde, een net omhoog begon te hijsen en een vis zo groot als een zeehond kwam omhoogzwemmen. Gingen ze dit beest eten? In dat geval hadden ze genoeg om de hele waterworld-community een week te voorzien.

De tweede stop was een plek ergens midden op het water. De bedoeling was blijkbaar dat we hier wat gingen rondsnorkelen want onze boatman wees op de zwemspullen die voor op de boot lagen. Na honderd meter waren we het gehannes met de snorkeluitrusting echter al gauw zat waardoor we, ijdeltuitjes dat we zijn, besloten om richting een afgelegen strandje in de verte te zwemmen voor een GoPro foto shoot. Niet veel later kwam onze boatman volledig in paniek de hoek om varen. Op een non-verbale, stiekem best wel komische manier, deed die net alsof die in de handboeien werd geslagen. De paniek was van z’n gezicht af te lezen. Blijkbaar bevonden we ons op verboden terrein. Alsof we net een lijk hadden gedumpt zwommen we met onze snelste borstcrawl naar z’n vlot. Op het moment dat we ons vastgegrepen hadden en elkaar het dek op sleurde trok de boatman, terwijl die schichtig om zich heen keek, hard aan de hendel van z’n motor.

Laatste stop was Monkey Island, waar zich een groter legaal strandje op bevond. Onderweg hierheen heeft onze boatman, om bij te komen van het voorval, een tukje kunnen doen en is Richard zo vriendelijk geweest om het roer over te nemen van deze man die zojuist de schrik van z’n leven had.

Eenmaal veilig terug aan wal maakte ik me toch zorgen. Dat ik na al die schoolleraren ook deze man nog eens overspannen had gemaakt. Ik maak nog even snel een foto van ‘m voordat we uitstappen, hij forceert een glimlach, geeft ons een hand en ik zie het ‘m denken. Ongehoorzaam Tuig.

Na Halong Bay vertrokken we naar Sapa, waar we twaalf uur later ‘s nachts aankwamen.  Hier zijn we de volgende dag op een scooter gesprongen om de omgeving te verkennen n richting de Chinese grensovergang bij Lào Cai te rijden. Slingerend over bergweggetjes zien we Vietnam weer op haar mooist: Terrasvormige rijstvelden, eindeloos achter elkaar opdoemende bergtoppen, rommelige huisjes van aan elkaar hangend plaatmateriaal en bergbewoners in traditioneel gekleurde outfits die scooterloos langs de weg lopen.

Dezelfde avond was de laatste dat we nog met z’n drieën zouden zijn. Robin vertrok de volgende dag naar Hanoi alvorens hij het vliegtuig terug zou pakken en Richard en Ik gingen nog een weekje door Laos reizen. Goede reden om nog wat te gaan drinken in de ‘Why Not Bar’, waar op ons na nog één andere klant was: Een schrijver uit de States. Hij vertelde dat die voor een marketing bureau in California werkte maar zo’n twee jaar geleden had besloten z’n biezen te pakken teneinde te reizen en een boek te schrijven. Een boek over een typisch hedendaags luxe-probleem: Over iemand die geen keuzes kan maken.

Het is denk ik alleen niet echt een probleem. Sterker nog. Ik stel voor dat we, naast de keuzes die we al hebben, er nog zoveel mogelijk bij creeëren. Want hoe meer keuzes hoe meer vrijheid. Zolang we er samen maar voor kiezen om te blijven kiezen. Namens dit verwende nest die teveel keuzes heeft mogen maken wil ik alle keuze-mogelijk-makers en dus vrijheidsstrijders bedanken. Dat ik zelf ook een keuze-mogelijk-maker mag worden!

Ter afsluiting van dit verhaaltje nog even een gedichtje voor m’n goede vrienden. Ik weet 't, ik ben zo'n gevoelige jongen.

Goede vrienden. Dat we ze allemaal mogen kennen.
Zodat je er overall aan wordt herinnert.
Dat er mensen zijn zoals jij, die je begrijpen.
En niet van je zullen wegrennen

Broeders van andere moeders
Die alles van me weten
Tot aan schaamtevolle escapades
Met hopeloze loeders

Er is geen dag hier dat ik ze niet mis
Een bierjte, een gesprek, een grap
Met niemand zo goed als met hun
Het heeft een andere betekenis

Ik schrijf nu dit, met een pen
Alsof ik voor slim doorga
Voor geleerd, voor serieus, voor gevoelig
Maar alleen zij kennen de ware debiel. Die ik ben

Van reisblog naar fotoboek
Laat een prachtig fotoboek afdrukken van je verhalen & foto's. Al vanaf € 21,95.
reisdrukker.nl